Voorbeelden van het gebruik van Fiets in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Die knul op de fiets was op slag dood.
Mooie fiets, Nummer Eén en Nummer Twee.
Ze heeft een fiets voor me gekocht.
Hij stal de fiets voor u?
Identiteitsplaatje van de fiets.
Als jullie met de fiets gaan, in plaats van met de wagen.
Goed uitgangspunt voor fiets naar Lübbenau, Lehde, Leipe.
Iemand heeft je fiets gestolen.-Hé.
Ik wil de fiets kopen.- Ja, dank u.
Lina's fiets werd hier teruggevonden,
Ieder kind heeft een fiets nodig in de zomer.
Fiets, zwem, ren.
Een ander type wordt aan de linkerkant van de achtervork van de fiets gemonteerd.
Tegenwoordig gebruiken veel stedelingen de fiets voor het vervoer van boodschappen en kinderen.
Voordelen van een fiets voor de gezondheid.
Fiets naar uw perfecte picknickplekjes Actieve vakantiesÂ.
Ik moet je fiets lenen. Nasr!
Deze fiets kochten we gisteren op internet.
M'n fiets staat nog op het werk.
Een fietsketting is een onderdeel van een fiets.