Voorbeelden van het gebruik van Frederick in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is geweldig nieuws, Frederick.
Ik ga van Frederick af.
Ik denk dat Frederick Douglass zei.
Frederick van de Palts, een nieuwe koning, werd verkozen.
Frederick Dobson, wij ont-arresteren.
Ik had ruzie met Frederick.
Ik ga van Frederick af.
Ik ben de vader van Frederick.
Hieronymus Carl Frederick Baron van Münchausen.
Met Craig McDermott, Frederick Dibble, Harry Newman, George Butner.
Waar is Frederick?
Noem me geen Frederick.
Wat zeiden ze, Roz? Rustig, Frederick is er binnen drie uur.
Frederick de Grote veroverde Neder-Silezië in 1741.
We denken dat Frederick Barnes onderweg is.
KOm op, Frederick.
Frederick, ik ben het!
Wees niet bang, Frederick.
Ik heb op jou, Emil en Frederick gepast.
Spoedig, Frederick.