Voorbeelden van het gebruik van Frieda in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Gasthuis Bij Frieda in Friedrichshain.
Ik ga naar Duitsland met Frieda.
Je kunt niet ergens heen vliegen en hopen dat iemand voor Frieda zorgt.
Dat op haar derde al sterven moest, in de koude winter van 1816. En Frieda, m'n eerste dochtertje….
Gartenhaus FRIEDA ligt in Bansin en biedt accommodatie met een flatscreen-tv
Ik veeg liever mijn tante Frieda's kont af dan dat ik aan die onzin meedoe.
Bedankt, Frieda.
Het is Frieda.
Frieda is erbij.
Ik ben Frieda.
Waar is Frieda?
Ze gaan Frieda ondervragen.
Wie is Frieda?
Laat Frieda met rust!
Frieda wil Lolly vermoorden.
Achternichtje… dus, Frieda.
Frieda Short van beneden.
Van tante Frieda gekregen.
Frieda en ik helpen haar.
Lieberman heeft Frieda Maloney bezocht.