Voorbeelden van het gebruik van Gunnar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Boyd betaalt mijn broer Gunnar.
Ik en Gunnar.
En jij bent Gunnar Scott.
Klopt, maar ik heb een radio-interview met Gunnar.
Ik wou dat hij van jou was, Gunnar.
Heb je met Gunnar gesproken?
Hé, Laycee! Dit is mijn huisgenoot, Gunnar.
Jij, ik, Will en Gunnar.
Ik ga nog wat spullen ophalen bij Gunnar. Ik weet dat het je gaat lukken.
Gunnar. Wat studeer je eigenlijk? Jeff.
Van Sofia en Gunnar.- Het doet me denken aan de vader.
Jeff.-Gunnar. Wat studeer je eigenlijk?
En Gunnar en Will dan? Waarom niet?
Gunnar, zeg dat hij nog leeft. Hij leefd!
Deze vermeldt dat Gisli dit gedenkteken heeft gemaakt voor Gunnar, zijn broer.
Wie past er op Gunnar?
Deze bloemen zijn voor Gunnar.
Wie past er op je zoontje Gunnar?
Ik ga met Gunnar werken.
Ik doe het voor Gunnar.