Voorbeelden van het gebruik van Gunnar in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Gunnar had gelijk.
Ik ken Gunnar.
Gunnar is geweldig.
Gunnar, naar de brug!
Gunnar Haas voor de ambassadeur.
Tot ziens, oom Gunnar.
Het is voorbij, Gunnar.
Gunnar is zo schattig.
Ik kan Gunnar zien.
Heb je met Gunnar gesproken?
Gunnar weet dat vast.
Gunnar Haas en Ivana Alexandrov?
Zelfs Gunnar is er tegen.
Nu zijn we benieuwd, Gunnar.
Gunnar, ik heb de vis!
Dit zijn mijn bandleden Gunnar en Avery.
En Gunnar doet ook behoorlijk raar.
Gunnar vergat het fornuis uit te zetten.
Zweden de heer Gunnar LUND Staatssecretaris.
Gunnar weet niet wat ie doet.