Voorbeelden van het gebruik van Hoer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een hoer die geen haken kan veroorloven.
Gauguin maakt zich zorgen dat zijn vriend onder… de kwaadaardige invloed van een hoer is.
Ze was een hoer.
Ik wed dat je 't je hoer wel hebt verteld.
Niemand geeft toe dat ie 'n hoer kent.
Een hoer vertelt nooit de waarheid, hè?
De hoer nam mijn zoon van me af!
De hoer in Scorpio.
Geef hem aan de telefoon, jij kleine hoer!
Weet je het verschil tussen een hoer en een advocaat?
Mijn dochter is geen hoer.
Ik heb niks te maken met het kind van die hoer.
Zij is wat wij een hoer noemen.
Hoer.-Genoeg. Rustig.
Mag je een hoer echt niet op haar mond kussen?
Jij hoer, zult branden in de hel!
De hoer is gebaseerd op 'n vriend van me.
Dat kun je niet, hoer.
Je bent een hoer.
Die betrapt werd met een hoer?