Voorbeelden van het gebruik van Houtskool in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De tandpasta heeft een onyxgrijze kleur door de toevoeging van houtskool.
Ze zegt dat toen ze houtskool verkocht, ze meer verdiende.
Geweldig, Haal jij en Howard de houtskool?
Ik heb iets nodig om mee te schrijven, houtskool, pen, iets.
Ik werk graag met houtskool.
Maak je daar houtskool van?
Geweldig, Haal jij en Howard de houtskool?
leg je je houtskool neer.
Ja, het is houtskool.
We geven hem een bruistablet acetylcysteïne en wat houtskool.
Deze papieren zijn net houtskool.
Geef mij een stuk houtskool.
We geven hem een bruistablet acetylcysteïne en wat houtskool.
Je matst met de houtskool.
Mensen tekenen al duizenden jaren met houtskool.
Ik heb genoeg houtskool.
Ze sloegen ze neer en verbrandden de houtskool in de auto.
Oker, ijzeroxide. Houtskool.
De negatieve ionen van de houtskool zuiveren de lucht.
Nog niet. Maar ze eet de houtskool.