Voorbeelden van het gebruik van Ik ben thomas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Weet je wat ik ben, Thomas?
Ik ben Thomas.
Ik ben Thomas Franklin.
Ik ben Thomas Nash.
Ik ben Thomas.
Ik ben Thomas Eichorst.
Ik ben Thomas Ling.
Teresa, ik ben Thomas.
Trouwens, ik ben Thomas.
Ik ben Thomas Shelby.
Ik ben Thomas Pimentel.
Ik ben Thomas Magnum.
Ik ben Thomas Curnow.
Ik ben Thomas Romero.
Ik ben Thomas, je gids.
Dag, en ik ben Thomas Hesburgh.
Ik ben Thomas Hart. Ik ben detective.
Ik ben Thomas King, professor.
Nee, ik… Ik ben Thomas.-Aye.
Ik ben Thomas niet maar z'n broer Earl.