Voorbeelden van het gebruik van Introvert in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je bent een introvert, kluizenaar… geheimzinnig.
Een introvert, stommeling. Een wat?
Len is een introvert.
Dat weet ik niet. Introvert, dokter.
Maar het was nooit:'Ik ben een introvert.
Iemand die introvert is, is waarschijnlijk al enige tijd geleden het punt van uitputting gepasseerd.
Best goed voor een introvert.
Kinderen zijn introvert. Voldoen in hun innerlijke behoeften.
Introvert en somber.
verlegen, en introvert.
Ze is tegelijk introvert en expressief.
Ik heb gelezen over mensen die introvert zijn.
Ben je extrovert of introvert?
Hij is erg introvert.
Hij is meer introvert.
Ik weet dat sommige mensen introvert zijn.
Maar ik ben een introvert.
Introvert, buitenstaander, ongelukkige jeugd,
Zelfs als je denkt dat je introvert bent met reisvrienden,
Voor degenen die me niet kennen, ik ben een introvert… wat betekent dat ik moeite heb om te praten voor… een halfgrote menigte.