Voorbeelden van het gebruik van Isaac in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Isaac is aan het kamperen met vrienden.
Isaac, hoeveel meer heb je nog nodig?
Hoe gaat het Isaac?
Ik ben Isaac.
Isaac heeft het niet gedaan.
Isaac, lachte je net naar me?
Isaac is nog steeds de held van dit verhaal.
Ik hou van je, Isaac.
Wil je ook een spelletje? Isaac.
Isaac? Ja, hij was een van je Rangers.
Isaac Younger en Michael Dalby.
Isaac heeft je gezocht.
Zijn jij en Isaac.
Isaac.… op mijn teken naar de kwantumkern.
Isaac Davis, dames en heren!
Isaac bleef tot het getto werd opgeruimd.
Isaac?-Er is een man.
Isaac was een onschuldig kind.
Sam. Rebecca. En Colin, en Isaac, en Nathan.
Isaac?-Wat doe je hier beneden?