Voorbeelden van het gebruik van Je pijpen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
M'n vriend wil je pijpen!- Oh,!
Zal ik je pijpen?
Moet ik je pijpen?
Zal ik je pijpen?
Laat je pijpen.
Of prefereer je pijpen, zoals je naam doet vermoeden?
Moet ik je pijpen?
Ik wil je pijpen. Ik.
Net als je pijpen.
Anders zouden we je pijpen.
Ja. Hoe goed kun je pijpen?
Anders zouden we je pijpen.
We dansen naar je pijpen, maar ik ben het zat.
Nee hoor, ik kom je pijpen.
Nee, ik kom je pijpen.
Ik ga je pijpen.
Iedereen danst naar je pijpen.
En ik ga je pijpen.
Zal ik je pijpen. En ik zei: Harvey, als ik een Oscar in een Miramax-film win.
Wil je dat ik je pijp?