Voorbeelden van het gebruik van Maandag in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Op een maandag heb ik een vrouw de keel doorgesneden.
Klote maandag. Klote maandagen.
Het zelfmoordcijfer is hoger op maandag.
Maandag naakt gevonden in een container in de Reisterstown Road. Mijn jongens.
Maandag kijk ik direct naar het bewijs in de Witwer-zaak.
Maandag deed het allemaal voor hen. Karen Settman.
Je wist het maandag, je gaat vrijdag weg.
Maandag is goed. Ja.
Dat deden ze op maandag bij mij.
Maandag ben ik weer de oude.
Maandag voor de lunch, OK.
Maandag deed het allemaal voor hun.
Belangrijk verduisteringen elke maandag, woensdag en vrijdag.
Vleesloze maandag sla als een vegetariër.
Ik vlieg maandag naar de kust.
Deze week? Maandag, dinsdag, woensdag?
Maandag, Dinsdag, Woensdag,
is uitgesloten van deelname op maandag.
Joe… Maandag, hè?
Als je maandag terugkomt, is dit allemaal geregeld.