Voorbeelden van het gebruik van Maandag in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Sluit maandag 31 december vanaf 20:00.
Maandag was het officiële dodental 47.
Maandag 5 mei 2014 Is het geen plaatje, deze Ageratum?
Het proces begint aanstaande maandag twee februari om tien uur.
Het moet maandag ingeleverd worden en daarmee is jullie schooljaar ten einde.
Ik zie je maandag, oké?
Ze kan maandag al beginnen.
Maandag kust ie de grond waar jij op loopt.
Ik heb tot maandag dagdienst.
Ik denk wel dat monster kan wachten tot maandag.
Hier staat dat je een wetenschapsproject hebt volgende maandag.
die boortjes krijgen ze maandag.
Het was maandag.
Ik heb gezegd dat je maandag begint.
Afgelopen maandag.
Gelukkig is het morgen maandag.
Zaterdag werd hij in elkaar geslagen en maandag opgehangen?
Over drie dagen is het maandag!
Ik zie jou maandag.
Het wordt waarschijnlijk pas maandag.