Voorbeelden van het gebruik van Macleod in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
MacLeod. Wacht. Fasil.
MacLeod! Fasil… Warte.Fasil. Wacht. MacLeod.
Fasil. Warte. MacLeod!Wij zijn hetzelfde, MacLeod.
Wir sind vom selben Schlage, MacLeod.MacLeod. Fasil. Wacht.
MacLeod! Fasil… Warte.Wat denk jij Macleod?
Was denken Sie, MacLeod?Het werkt niet zo Macleod.
So wird das nicht klappen, MacLeod.Wacht. MacLeod. Fasil.
MacLeod! Fasil… Warte.Kan jouw vriend Macleod niet helpen?
Dein Freund MacLeod, kann der nicht helfen?De tijden zijn anders. Macleod.
Die Zeiten haben sich verändert, MacLeod.MacLeod. Fijn je weer te zien.
MacLeod. Schön, dich wieder zu sehen.MacLeod… dit is de activering!
MacLeod, das ist die göttliche Kraft!Mag miss Macleod niet nerveus zijn?
Darf eine Mrs. MacLeod nicht nervös sein?Macleod jij… bent mijn beste vriend.
MacLeod, du bist mein bester Freund.MacLeod. Fijn je weer te zien.
Schön, dich wieder zu sehen. MacLeod.Waarom ben je zo opgewonden Macleod?
Warum so sauer, MacLeod?Ze willen weg bij Ketchum MacLeod.
De vraag is Duncan Macleod, ben jij dat?
Die Frage ist nur, Duncan MacLeod: Sie auch?Macleod is. niet de man die hij ooit was.
MacLeod ist nicht mehr der Mann, der er einst war.Hiervoor kregen Banting en Macleod in 1923 samen de Nobelprijs.
Im Jahr 1923 erhielten Banting und MacLeod den Nobelpreis für Medizin.Toen ik 23 was heb ik de bank in Fort Macleod overvallen.
Als ich 23 war, überfiel ich eine Bank in Fort MacLeod.
