Voorbeelden van het gebruik van Marc in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben Marc Grantier. Inspecteur Mattei?
Marc. Wat doe jij hier in godsnaam?
Kyle en Marc hielden van het leven.
David Marc Sullins. Richie Allen.
Marc is klaarwakker!
Maar ik haat Marc Duncan en ik gebruik'haat' niet makkelijk.
Hebt u die Marc Dickson aangehouden?
Ja?- Marc.- Het is een promotie.
Marc bedoelt dat sinds we weer contact hebben, je graag hier kwam.
Ik ben niet Marc Spector.
Marc, nee. Wat is er met m'n vader gebeurd?
The Diaries of Adam and Eve' van Marc Twain.
Jij?- Amanda, Marc en ik.
Marc, luister naar me.
De huidige directeur is Marc Boumeester.
Hij had je gezien bij de wake voor Marc Foster.
Je maakt promotie. Marc.
Je bent 'n schat.- Oh, Marc.
M'n vluchtleider was onze directeur operaties, Marc Sassaville.
deelt de contracten uit. Marc Desjardins.