Voorbeelden van het gebruik van Mof in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Leeftijd met romige en natte mof.
De lokale slager waar ik opgroeide was 'n mof.
En die mof?
Als ze niet bij haar mof zit.
Er is een vorm van tegels, die wordt geproduceerd wanneer de mof.
Junior jongen copulates zijn stiefmoeder s grote pointer sisters en mof.
Noem je mij een mof, jochie?
De mof gaat voorop.
Dat moet van een Mof zijn.
Noem je mij een jochie, mof?
Jo, geef me mijn mof.
De mof zegt dat er een heleboel holle schachten zijn.
Dat hij een mof is staat niet op z'n bakkes. Z'n stembanden zijn kaput.
Alles is de fout van die verdomde mof, Schröder.
De slager in onze wijk was een mof.
Niet eens 'n stola, 'n mof, een paar wanten?
De mof heeft z'n gelijke gevonden.
Als het een mof is, moet hij denken dat we moffen zijn.
Nee, hij zei dat we een mof gevangen moesten nemen.
Jij klote mof.