NADIA - vertaling in Duits

• Nadia
• Nadja

Voorbeelden van het gebruik van Nadia in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik heb Nadia sinds onze jeugd niet meer gezien.
Ich hab Nadia seit unserer Kindheit nicht gesehen.

Wat is er toch met jou en Nadia?- Wanneer?
Wann? Was ist los mit Dir und Nadja?

Hoe ging het met de verdachte? Nadia?
Wie lief es mit dem Verdächtigen? -Nadia?

Nadia, de begrafenis is over een uur!
Nadia, das Begräbnis ist in einer Stunde!

Wees niet bang. Nadia… Rustig aan.
Beruhige dich! Nadja, hab keine Angst.

Drie, twee, één.- Nadia.
Drei, zwei, eins. -Nadia.

Nadia, alsjeblieft. Ik smeek je!
Ich flehe dich an! Nadia, bitte!

Goedenavond, Nadia.
Guten Tag, Nadja.

Ik ben hier met Nadia.
Ich bin hier mit Nadia.

Wat is er met Nadia gebeurd?
Was ist mit Nadja passiert?

Het was toch geen toeval dat jij Nadia vond?
Es war kein Zufall, dass Sie Nadja gefunden haben?

Hij heeft dit voor u achtergelaten. Nadia.
Er hat das für dich dagelassen. Nadia.

Mijn vrouw, Nadia.
Meine Frau Nadia.

Goedenavond, Nadia.
Guten Abend, Nadja.

Ik en mijn zus Nadia.
Ich und meine Schwester Nadia.

Gelukkige verjaardag, Nadia.
Zum Geburtstag, Nadja.

Pia, ik heb nagedacht over die Nadia Barazani.
Pia, ich habe über Nadia Barazani nachgedacht.

Wat is er toch met jou en Nadia?- Wanneer?
Was ist los mit Dir und Nadja? Wann?

Ik heb geen schoenen, Nadia.
Ich habe keine Schuhe, Nadia.

Ik dacht aan Nadia.
Ich denke da an Nadja.