Voorbeelden van het gebruik van Oskar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je luistert niet, Oskar.
Basis voor Oskar.
Ik ga zondag met Oskar naar de rivier.
Want wat Oskar in het Poolse postkantoor had meegemaakt… is
Mendelssohnschool voor muziek en theater te Leipzig bij Oskar Paul en Carl Reinecke.
August Duesenberg van de Duesenberg Motor Company, worstfabrikant Oskar Meyer, zakenman Max Stern,
ZWITTAU-BRINNLITZ, TSJECHOSLOWAKIJE OSKAR SCHINDLERS WOONPLAATS.
Oskartje, mijn Oskartje.
Ik heet Oskar.
Oskar is weg.
Oskar leren schrijven!
Goedenmorgen, Oskar.
Oskar Herics Oostenrijk.
Oskar Ung niet.
Morgen, Oskar.
M'n beste Oskar.
Jij en Oskar.
Vooruit, Oskar.
Een geschenk van Oskar.
Zeg gedag, Oskar.