Voorbeelden van het gebruik van Piccolo in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zal ik een piccolo bellen?
Het is toch niet de piccolo?
Wat is een piccolo?
Waarom speelt hij geen piccolo, of de accordeon, net als papa?
Piccolo gearresteerd voor moord.
De prototypen werden Picollo of Piccolo genoemd.
De vader is piccolo in Griekenland.
Het is toch niet de piccolo?
De piccolo brengt u naar uw kamer.
Dit moet van Piccolo zijn.
In ieder geval, de piccolo heet Sal Russo.
Oh, nee, niet in de piccolo.
Stuur een piccolo om een boodschap te brengen.
Die piccolo keek raar naar me.
Niet alles geloven wat Piccolo zegt.
Valon Dudeshev, een piccolo in hotel Poggio.
Ze hadden een piccolo en een conciërge nodig.
Dat hij de piccolo zou hebben vermoord?
Piccolo, waar is de Sunset Lounge?
Een prachtige 15 yard-rush van Brian Piccolo.