Voorbeelden van het gebruik van Samar in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De NMB heeft Samar.
Het is Samar niet.
Samar heeft het geaccepteerd.
Mijn kleintje, Samar.
Ressler en Samar zijn gegijzeld.
De NMB ontvoerde Samar.
Samar vecht voor haar leven.
Samar had hetzelfde gedaan.
De NMB heeft Samar.
Samar, luister naar me.
Nee, wacht. Samar.
Bel Ressler en Samar.
En die vent heeft Samar.
Heb je Samar uitgenodigd?
En deze man heeft Samar.
Ik ben geblokkeerd. Samar.
Dat wil Samar toch?
Samar en Aram ook.
En deze vent heeft Samar.
Samar is genomineerd voor een Katai-toelage.