Voorbeelden van het gebruik van Senor in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Is alles in orde, Senor Lewis?
Nu noem ik je een leugenaar, senor Bob.
U bloedt, Senor Lewis!
Volg mij! Paspoort, senor.
Ik ben die man, Senor.
Volgens mij bent u blind, senor.
We hebben een afspraak met senor Marquez. CONSULAAT.
U zult verliezen, senor.
We hadden u niet verwacht. Senor Chacon.
Senor Vargas. Camila,
Senor Martinez. Wie?
Senor Chang, kan je hier iets aan doen?
Pas op, senor, hij is snel met z'n mes
Senor, u bent gewond. Moordenaar!
Het konijnenhol is gebruikt voor een niet ingeroosterd vertrek, senor.
Je lijkt met de dag meer op senor Silva.
Misschien. Morgen… gaan we vieren bij Senor Tuna.
Veel hoeden, Senor Bob?
Ben je gelovig, Senor Crawford?
Bloemen voor de overledene, senor?