Voorbeelden van het gebruik van Shep in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben 't, Shep.
Kom op, Shep.
een mooi geel huis en een hond die Shep heet.
een mooi geel huis… en een hond die Shep heet. Een dochter.
een dochter… en een hond die Shep heet.
Curly, Shep, Spanky… en Pater Guido Sarduci als bever.
Waarom had hij Shep's wagen?
Shep schudden.
Rennen, Shep.
Vaarwel, Shep.
Het is Shep.
Ik ben Shep.
Shep, wakker worden!
Shep verlaten was moeilijk.
Daar is Shep.
George gaat Shep roepen.
George gaat Shep roepen.
Ik ga 't Shep vertellen.
Dat is Shep Wild.
Ik ben gewoon Shep.