Voorbeelden van het gebruik van Shilling in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij schreef een reçu uit voor de storting van drie shilling.
Er schrieb eine Quittung über die Einzahlung von 3 Shilling.Hier heb je 'n shilling.
Hier hast du einen Schilling.Pond… zes shilling en drie pence.
Goed, we beginnen bij tien shilling.
Also gut, wir beginnen bei zehn Shilling.Roger MacKenzie. Twintig shilling per maand.
Roger MacKenzie. 20 Schilling im Monat.Zes Shilling. Het kost zes shilling.
Es macht sechs Schillinge, sechs Schillinge.En geef 'm niet meer dan vijf shilling.
Und gib ihm fünf Schilling, nicht mehr.Hij schreef een ontvangstbewijs voor de ontvangst van een storting van 3 shilling.
Er schrieb eine Quittung über die Einzahlung von 3 Shilling.Vijf shilling.
Fünf Schillinge.Subu, geef ze twee shilling.
Subu, gib ihnen zwei Schilling.Geef jij hem vijf shilling? Vijf shilling.
Gibst du ihm fünf Shilling?- Fünf Shilling.Het kost zes shilling.
Es kostet sechs Schillinge.M'n hoofd is 'n shilling meer waard.
Mein Kopf ist einen Schilling mehr wert.Het loon is precies 15 shilling per week.
Die Bezahlung ist 15 Shilling pro Woche.Is niet meer dan vijf shilling waard.
Nicht mehr wert als fünf Schillinge.M'n hoofd is een shilling meer waard.
Mein Kopf ist einen Schilling mehr wert.We krijgen dertien shilling per week.
Wir kriegen 13 Shilling die Woche.En geef hem slechts vijf shilling, niet meer.
Und gib ihm nur fünf Schillinge, nicht einen mehr.Goed. Dagtarief, zeven shilling.
Also gut. Tagesrate, sieben Shilling.Geef me 500 shilling.
Geben Sie mir 500 Schilling.
