Voorbeelden van het gebruik van Skip in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Skip sprong hem naar de keel.
We laten je niet alleen, Skip.
Skip Wolkowska, de vriend van uw vader,
vertelt Skip dat.
Daar zijn Franny en Lulu, maar waar zijn Skip en Bailey?
Skip, ik zag een mannenkont.
Het is in orde, Skip.
Wat is er dan, Skip?
En jij, Skip?
Julie zit vandaag in de studio en Skip doet verkoopstelefoontjes.
Je had gelijk, Skip.
Maar je kent mij, Skip.
Hier. Dat is een banaan, Skip.
Jou type toch niet, skip.
Ik ben aan het lunchen met Skip Woosnum.
jij maakt alleen grapjes, Skip.
We komen eraan, Skip.
Ik begrijp het, Skip.
De enige schat die ik zie, is mijn overheerlijke appel. Nou, piraat Skip.
Ik ga wel een kijkje nemen, piraat Skip.