Voorbeelden van het gebruik van Slagers in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wij dierenartsen zijn slechte slagers.
Maar wij zijn geen slagers.
Dierenartsen… we zijn slechte slagers.
Wat? Alle slagers zijn dood?
Smerissen zijn net slagers.
bakkers, slagers en supermarkten.
niet als slagers.
En verdenk niet alleen Joden en slagers.
Waar gaat het heen als slagers opeens handel drijven?
We volgen de Slagers koerier.
Het zijn slagers. Ze zitten onder het bloed.
Huurlingen, slagers, helden.
Slagers werken in slagerijen,
De vleesdetailhandel bestaat uit ongeveer 20 onafhankelijke slagers en vier grote supermarkten.
We krijgen producten aangeleverd door lokale zuivelfabrieken, slagers, olieproducenten en wijnboeren.
Dus slagers rake de tongen van de bizon uit de prairie gras,
Die slagers maken je bang, zodat je zwak wordt
spelt verkregen, terwijl de slagers hun krachten hebben gebundeld om het beroemde rundvlees van de Mugello te verkopen.
Dat zijn dus artsen, medische studenten, slagers, chef-koks… scheepskoks,
rood voor slagers en smeden en blauw voor vissers.