SNACK - vertaling in Duits

Snack
hapje
tussendoortje
lekkers
eten
een hapje
vieruurtje
snackbar
Imbiss
snack
restaurant
tussendoortje
eettent
eetcafé
eethuis
eten
hapje
de snackbar
Essen
eten
voedsel
opeten
lunch
diner
maaltijd
antwerpen
avondeten
Zwischenmahlzeit
tussendoortje
snack
tussenmaaltijd
Mitternachtssnack
snack
middernachtsnack
Snacks
hapje
tussendoortje
lekkers
eten
een hapje
vieruurtje
snackbar
Nasche

Voorbeelden van het gebruik van Snack in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
drankje, snack.
Schlummertrunk, Mitternachtssnack.
Ik opende de vriezer voor 'n snack, maar alles was meh….
Suchte Snacks im Kühlschrank, aber alles war"meh".
Dagelijks van 15.00 uur tot 17.00 uur kleine snack of soep van het buffet.
Täglich von 15.00 Uhr bis 17.00 Uhr kleiner Imbiss oder Suppe vom Büffet.
Mag ik een snack?
Kann ich was essen?
Ik wilde gewoon een snack.
Ich wollte nur einen Snack.
Ik ga gewoon een snack kopen met mijn laatste vijf Dolfijn dollars.
Ich wollte mit den letzten fünf Delfin-Dollar Snacks kaufen.
Geld voor een snack.
Hier ist Geld für einen Imbiss.
Kijk. Ze brachten ons een snack.
Guck, sie haben uns Essen gebracht.
Met"Ik wilde gewoon een snack.
Ich wollte nur einen Snack.
Leuk voor een snack, maar wat als ik moet overwerken?
Toll für Snacks, aber was, wenn ich spät arbeite?
Ik ga om een snack.
Ich hole mir einen Imbiss.
En ik wilde een snack.
Ich wollte einen Snack.
Kan ik iemand plezieren met een snack of een drankje?
Möchte jemand etwas essen oder trinken?
Binnenkort zullen we een drankje en snack serveren.
Wir werden in Kürze Gratisgetränke und Snacks servieren.
Mijn zoon wil een snack.
Mein Sohn braucht einen Snack.
Ik wil een snack.
Ich hole mir einen Imbiss.
Wil je een snack?
Willst du was essen?
Ik kan een snack maken.
Ich kann Snacks machen.
Voor een snack.
Für einen Snack.
Hier is geld voor een snack.
Hier ist Geld für einen Imbiss.
Uitslagen: 580, Tijd: 0.0529

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits