Voorbeelden van het gebruik van Thuishoort in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
je ergens anders thuishoort.
En Jacqueline komt weer aan de top, waar ze thuishoort.
waar je thuishoort.
In de goot, waar je thuishoort.
En nu is alles… waar het thuishoort.
gaat terug naar waar je thuishoort.
Maar eerst stuur ik je terug naar de hel, waar je thuishoort.
Je moet uitzoeken waar je thuishoort.
Goed om je hier te zien, waar je thuishoort.
Blijf in de onderwereld waar je thuishoort.
Hij is terug waar hij thuishoort.
Ik zet je alleen maar terug waar je thuishoort.
Je blijft in Engeland waar je thuishoort.
En Buster is terug waar hij thuishoort.
Ik breng je alleen maar terug waar je thuishoort.
Ga terug naar de helende hutten met de andere vrouwen, waar je thuishoort.
Ze gaat terug naar de hel waar ze thuishoort.
Er zit een code in de firmware die er niet thuishoort.
Jij gaat terug achter de tralies waar je thuishoort.
Die eindelijk is waar hij thuishoort.