Voorbeelden van het gebruik van Tricks in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Trick zei dat hij veilig was!
En Trick is dood.
Trick, alsjeblieft. Ik heb mijn vader nodig.
Deze trick moet ik verslaan.
Trick redde haar van haar executie, jaren geleden.
Zelfs nadat Trick me redde, had ik niets meer om voor te leven.
Ja, Trick, wat is er gebeurd?
En iemand genaamd Trick heeft zeven keer gebeld.
Ze doen trick or treat.
Trick, je had gelijk. Ja, dat zal het.
We moeten Trick bellen. Serieus?
Ja, nou… Trick is een maat van mij.
Trick kon altijd beter omgaan met hem dan ik.
Als ze trick zeggen, gaan we door naar het volgende huis.
Geen feestjes, geen trick of treating.
Dat is toch die vent van dat nummer'Whoop That Trick'?
Maar jij bent mijn Riggs, Trick.
Ze heeft mijn leven gered, Trick.
Luister…- Ik weet het. probeer die trick nog eens.
je kunt winnen met een trick.