Voorbeelden van het gebruik van Uni in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
hij nog niet op de uni zit.
Het examen, uni.
In minder dan een jaar verlaat ze me voor de uni.
Zoiets heb ik sinds de uni niet meer gezegd.
Je kunt niet naar de uni.
KONING TOM Ik ben aangenomen op de uni in Sydney.
Straks zitten ze op de uni.
Ik ontmoette Karl op de uni.
Al sinds de uni niet meer.
Jawel. We zijn al samen sinds de uni.
Er is geen ruimte voor snuitkoorts in Uni Prefectuur.
Oké. Uni. Eén keer.
De uni?-Ik ben vorig jaar afgestudeerd.
Dus… Ze stopte met uni, nadat ik en pa ons daarvoor kapot werkten.
Iedereen op de uni weet wie je bent. Alleen deze week.
Voor de uni. Voor de kleuterschool?
Een paar weken uni, wisselende banen. Eens kijken.
Kunnen jullie teruggaan naar de uni en op zoek gaan naar de apen?
Overdag ging ze naar de uni, s avonds naar de comedyclub. Overal.
Verkoop ze bij die theewinkel in de buurt van de uni.