Voorbeelden van het gebruik van Werper in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ben een werper.
Dus, je man vriend is een werper.
Maak de werper schoon.
Garrelts. Werper.
De beveiligingsagent was Lefty Maginnis, werper van de Chicago Cubs.
Hij is een aflossende werper.
Gedurende zes generaties, de werper als de schepper van het orkestreren van de assemblage.
Ze hebben geen werper, Je moet me de bal bezorgen.
De werper was op een afstand van 10 meter veilig.
De werper die de meeste punten achter zijn naam verzamelt,
Werper worden bij de Yankees kan ik wel vergeten.
Nee! Een soorr raket werper en daarbij behorende munitie.
Heb je die werper gezien?
Zijn positie is werper.
Hij kwam zowel uit als veldspeler als als werper.
Het is voor de werper.
Het gaat om mijn werper, Johnny.
Je bent de werper niet!
word jij werper in het softbalteam.
Ik ben over een uur werper.