Voorbeelden van het gebruik van Win in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Als ik win, houdt u dan woord?
Sprite, win wat tijd voor me. Ga, Ikaris.
Een, twee, drie, win.
Maar op straat… win je of verlies je.
Win 'n busreis naar Ground Zero.
Premium Steps Win de hoofdprijs van €800 met een buy-in van slechts €0,50!
En… als ik win, wil ik betaald worden. En?
Maar als ik win, bepaal ik wanneer ik stop.
Win wat tijd voor me, dan ga ik!
Ja, u zegt dat u win big money. Ok.
Hoe win je z'n vertrouwen?
Wil je dat ik win, geef hem z'n deal.
Hoe win je hun vertrouwen?
Ook, Win prijzen vechten
Nee! Win met Winnie!
Wanneer ik win, kruip jij nergens meer heen.
Ik win.
You hebben slechts drie kans om de beste win. All!
Ga, Ikaris. Sprite, win wat tijd voor me.
Win vandaag, toch?