Voorbeelden van het gebruik van Bijkletsen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Fijn dat jullie konden bijkletsen.
Het punt is dat bijkletsen niet echt iets voor Holly was.
Praten, een beetje bijkletsen.
O, ik dacht dat je… Ik wilde gewoon bijkletsen.
We moeten bijkletsen.
O, ik dacht dat je… Ik wilde gewoon bijkletsen.
We gaan bijkletsen.
Even bijkletsen.
Misschien moeten we eens bijkletsen.
Bijkletsen met iemand die je al lang kent.
We gaan lekker eten… en bijkletsen.
Dan kunnen we bijkletsen.
Laten we bijkletsen.
Dan kunnen jullie bijkletsen.
Nu kunnen jullie bijkletsen.
We laten jullie bijkletsen.
Praten. Even bijkletsen.
dan kunnen jullie bijkletsen.
Ik zal je laten even wennen, dan kunnen jullie bijkletsen.
Kunnen we bijkletsen.