Voorbeelden van het gebruik van Boksen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze boksen met hun kop naar achteren.
Mungin wist niet eens dat hij vandaag zou boksen.
Ga je mee naar het boksen?
Precies. Boksen vult de koelkast niet.
Ik wil bovendien zien of jij kunt boksen.
Zou je tegen een Italiaan boksen als ik er een opsnor?
Ik zag die gozer gisteren op TV boksen.
We gaan naar het boksen.
Ah, ziet je? Eh, boksen.
Je kunt niet twee keer op een dag boksen.
Wil je niet boksen met je vader?
Volgende week moet je tegen een meisje uit Buffalo boksen.
Ik zal ter zijner nagedachtenis boksen.
Ze hebben hier boksen.
Niet als ik moet boksen.
Ik kan boksen.
Zonder handschoenen kan je niet boksen.
zwemmen en boksen.
En 3000 km om Joe Gans te zien boksen tegen Battling Nelson.
Ik moet donderdag boksen.