Voorbeelden van het gebruik van Buzz in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Buzz Lightyear grijpt in.
Buzz Lightyear weet 't altijd zeker.
Buzz weigert echter omdat hij geen nieuwe partner wilt.
De manager, Buzz Munsinger… Hij staat daarzo.
Buzz Lightyear grijpt in.
Flarden. Het Buzz Lightyear-pak dat ze voor me maakte en dat aan m'n deur hing.
What's the buzz, tell me what's a-happening?
Ik buzz hem wel open.
Buzz Lightyear. Maar op wie vind je hem lijken?
Buzz Lightyear. Maar op wie vind je hem lijken?
Als er iets vrijkomt, dan buzz ik je.-Hou je mond.
Ik weet dat Andy Buzz leuk vindt. Wie?
Buzz Lightyear. Ik kom in vrede.
Omdatje een Buzz Lightyear bent.
Ik weet dat Andy Buzz leuk vindt. Wie?
Buzz Lightyear. Ik kom in vrede.
Hier Buzz Lightyear.
Iedereen naar Buzz toe. We zijn verdoemd!
Laat Buzz los en kom mee.
Buzz weer. Niet weer.