Voorbeelden van het gebruik van Cal in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat jij deed… is geen jagen, Cal.
Ik wil alles wat we kunnen vinden over Cal McGregor.
Julie? Het is Cal.
Julie? Het is Cal.
Dit is Biff. Ik ben Cal.
Ik ben dr. Cal Lightman.
Je bent de zoon van Kalabar. Cal.
Jij werkte in de winkel? Cal.
Harold, ik ben Cal Lightman. Hallo.
Hopelijk storen we niet. Hallo, Cal.
Wat is cal?
Wat is cal?
Cal gaf me zijn oude schoenen.
Nu Cal en Beth. Prachtig.
Dit is Cal. Mijn zoon.
Nu Cal en Beth. Prachtig.
Cal, op het dak!
Cal zei dat ik je kon vertrouwen.
Als ik Cal weiger, vraag je om andere problemen.
Cal voor je broer.