Voorbeelden van het gebruik van Dicteer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Maak een notitie" en dicteer vervolgens wat je wilt schrijven.
Je kunt om 8 uur komen en dan dicteer ik dat aan je.
Bal afschermen: Beheers het middenveld en dicteer het tempo van de wedstrijd.
Het Cyberium zal het verwerken en dicteer de strategie.
Het Cyberium zal het verwerken en dicteer de strategie.
Leg je af? Dicteer.
Ik dicteer wel.
Ik dicteer een brief.
Ik dicteer, want mijn bril is kapot.
Ik dicteer en jij belt.
Ik dicteer de rest op de andere recorder.
Goed. Ik dicteer en jij belt.
Dicteer, ik typ.
Ik dicteer een verklaring.
Ik dicteer, Doug.
Goed. Ik dicteer en jij belt.
Dicteer, ik typ.
Lk dIcteer een brIef.
Typ gewoon. Ik dicteer.
Ik dicteer.