Voorbeelden van het gebruik van Farris in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Is Farris onschuldig?
Hij heet Ralph Farris.
Of Farris verving het tapijt.
Ik nomineer rechter Farris.
Ik stel Judge Farris voor.
Is ze bij Neil Farris?
Sofie's grootvader is Farris Arnault.
Jij bent toch Nick Farris?
Lindsey Farris huurt hier een postbus.
Even kijken, Malik Farris.
Farris ging ongescand 'n helikopter in.
De bandsporen van Farris kloppen.
Kan Farris 't niet?
In uw rapport over agent Farris.
Dr Farris laat je gewoon springen.
We denken dat het agent Farris is.
Misschien was Farris één van hen.
Justin Farris. Gepakt voor autodiefstal.
Ik heb Mike Farris al gebeld.
Justin Farris. Gepakt voor autodiefstal.