Voorbeelden van het gebruik van Farris in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bel dr Farris.
Farris is onze advocaat.
Is Farris onschuldig?
Het is agent Farris.
Farris was het niet.
Of Farris verving het tapijt.
Is ze bij Neil Farris?
U bent Nick Farris, toch?
En Dayna, Glen en rechter Farris.
Is niet die van Farris, baas.
hulpsheriff Farris.
Je hebt Farris gedood, hé?
Het recentste slachtoffer is Tara Farris, 20 jaar.
Lindsey Farris heeft bij ons een postbus.
Dus Nick Farris is waarschijnlijk degene die Dunning neerschoot.
We vermoeden dat het Agent Farris is.
Cadet Nog, overste Karen Farris, onze eerste officier.
Ik heb je raport gelezen over agent Farris.
Twee dagen later deed ze hetzelfde met Mr Farris.
Ons doel was om agent Farris te bevrijden.