Voorbeelden van het gebruik van Hem confronteren in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Of ik kan hem confronteren.
Het laatste wat je moet doen, is hem confronteren.
Sorry. Ik moet hem confronteren.
Lk wilde hem confronteren.
Ik wilde hem confronteren.
Ik ga hem confronteren met de muziek.
Je moet hem confronteren. Verras m op eigen terrein.
Wil je hem confronteren?
Hem confronteren, en indien nodig, ook mijn lot.
Ik moet hem confronteren.
Hem confronteren met wat er ooit is gebeurd.
Wil je hem confronteren?
Dus ik wilde hem confronteren.
Ik wilde hem confronteren.
En je ging hem confronteren.
Mevrouw, u moet hem confronteren.
Je moet hem confronteren.
Misschien ga ik hem confronteren.
Wel, ik wilde hem confronteren.
Nee, Sutton heeft gelijk, zij moet hem confronteren.