Voorbeelden van het gebruik van Hij is gewapend in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Waar hij ook is, hij is gewapend.
Hij is gewapend en zeer gevaarlijk.
Een professionele moordenaar. Hij is gewapend.
Hij is gewapend en heeft een gijzelaar. Een doel.
Een professionele moordenaar. Hij is gewapend.
Hij is gewapend.
Wat is dat? Hij is gewapend.
Hij is gewapend en zeer gevaarlijk.
Appartement 56. Hij is gewapend.
Hij is gewapend en uiterst gevaarlijk.
Wacht. Nee. Hij is gewapend.
Hij is gewapend, Hailey.
Hij is gewapend met een bijl en een schild.
Ik bevestig: hij is gewapend.
En hij heeft ook een radio. Hij is gewapend.
Ik herhaal: Hij is gewapend.
Hij is gewapend met een bezemsteel.