Voorbeelden van het gebruik van Jas in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Houd je jas aan, oké? Maar wat?
Je zag een jas aan een houten hanger hangen.
Jas oefende elke dag op haar viool sinds ze vijf was.
Dit is de jas van mijn broer.
Ik kan m'n jas niet vinden.
Deze jas voelt als boter.
Houd je jas aan. Wacht!
Maar je jas klinkt net als Brent Musberger.- Niks.
Wat is Jas voor jou?
Jas uit, meiden.
Mijn vaders jas lag in de auto.
Het helpen met mijn jas, bedoel ik.
Felix, jij kunt jouw jas aan doen… en de zuster komt zo.
Maar Jas verkoopt industriële diamanten.
Mijn vaders jas was in de auto.
Mensen verliezen heel vaak hun jas tijdens concerten.
Zelfs Becket verscheen uit Gogols jas.
Geef ze hun jas en muts.
Ja, in mijn jas achterin.
Hij belde Jas een week of zo geleden.