Voorbeelden van het gebruik van Johnson in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Na de freestyle krijgt Johnson een heerlijke douche. © GHPC.
Iemand probeert Johnson ook te vinden.
Waar hebben ze Johnson voor nodig?
Johnson had vele namen.
Johnson staat in vuur en vlam.
Johnson weer.
Die zorgde dat Johnson de verkiezingen won. Eén keer vertoond.
Percell, en Johnson, jullie gaan de LT helpen.
Ik ben generaal Johnson. Dit is generaal Thompson.
Z'n naam is Johnson, een Amerikaan.
Denken we dat hij Johnson eerder wilde vermoorden?
Johnson, zo snel mogelijk.
De oude mevrouw Johnson heeft nu een looprek.
Johnson, Mickey ga in de loopgraaf!
Het is Johnson zijn promotiefeestje.
En Johnson en Taylor?
Baker, hou Johnson in de gaten.
Mrs Johnson, daar bent u.
En Johnson?
Johnson is een linkhandige speler.