Voorbeelden van het gebruik van Kai in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kai, waarom heb je me daar net gered?
Okay, Kai, ik ga er op spelen.
Maar Kai, oefenen behoort ook helemaal niet leuk te zijn.
Kai is de enige die er op kan spelen.
Kai, als je wilt, zal ik je wel piano leren spelen.
Kai heeft niets verkeerd gedaan.
Kai, vecht niet met hem!
Kai, je moet je vuist niet gebruiken!
Kai, ben je weer in het bos piano aan het spelen?
Kai heeft me alles over je verteld.
Kai, wat ben je vroeg.
Kai, ik weet zeker… dat ik je heb verslagen.
Kai is het Japanse woord voor ontmoeting.
Kai: gedragen door Zetsu.
In jaar 767, Noord Kai werd gedood
Kai Watch geheugen Sorry!
Daar komt Kai. Shit.
Van Kai. Hij wil later ook monteur worden.
Doe het Kai- eindig de Goddelijke Orde.
Nu neemt Cobra Kai het karate in de Valley over.