Voorbeelden van het gebruik van Lem in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lem heeft gelijk.
Stuur Lem bericht.
Lem rijdt met jullie mee.
Victor was Lem z'n chef.
Lem heeft gelijk. Door mij zitten we met Antwon.
Was het toen dat Lem zijn rijbewijs en creditcards heeft aangevraagd?
Lem moet zich de rest van z'n leven schuilhouden.
Lem heeft iedereen veilig uit Frisco gekregen. En?
Moet Lem veiligstellen tot we kunnen hergroeperen.
Lang verhaal. Lem en Olivia gingen naar haar vader en zitten in de problemen.
Lem kreeg de hele groep veilig uit het Frisco.
Lang verhaal. Lem en Olivia gingen naar haar vader en zitten in de problemen.
Lem kreeg last van zijn geweten.
We zijn het Lem verschuldigd.
Wat spullen ophalen van Lem.
Dat is je verdachte in de zaak Lem, toch?
Dat zijn we Lem verschuldigd.
Misschien Lem.
Ik wil jullie niet overhalen Lem te verraden.
We zijn het Lem verplicht.