Voorbeelden van het gebruik van Loeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik had je moeten waarschuwen, prinses. Welkom in mijn wereld, loeder.
Je noemde me geen Loeder.
Mijn huisgenoot was zo'n loeder.
Een loeder is een loeder, met of zonder poen.
Loeder, geef mij het blik.
Ben je een loeder, of niet?
Een loeder anders was ze niet_ntkomen.
Omdat dit loeder vanuit het zuiden komt.
Loeder natuur.
Dat loeder betaalde mij om haar man te vermoorden,
Het loeder slaat weer toe.
Gemeen groen loeder van buiten deze aarde.
Ze staat bekend als een loeder… zoals veel vrouwen met succes.
Loeder. En toen jullie de auto bekeken?
Dertien en Loeder hadden ruzie,
Dertien en Loeder hadden ruzie.
Loeder. En toen jullie de auto bekeken?
Dat loeder dwong me een avocado te eten.
Dertien en Loeder hadden ruzie, en de pudding was op.
Loeder, jij vuil loeder.