Voorbeelden van het gebruik van Oneer in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Pijn, pijn, oneer.
Als je haar huwt, breng je schande en oneer in de familie.
breng je schande en oneer in de familie.
Miss Quince zal nooit vallen voor jouw… transparante… oneer.
Ze brachten schande en oneer over hun familie.
Niet zonder oneer.
Ik oneer mezelf.
Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid;
Wat wordt gezaaid in oneer zullen opstaan tot heerlijkheid.
Oneer voor God en Zijn eniggeboren Zoon.
Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid;
Maar gij hebt de arme oneer aangedaan¹.
Vervolging, bijgeloof, oneer. Om hen te leiden tegen hun vijanden, de despoten, de tirannen… slechtheid, ongelijkheid, onwetendheid.
We doen de naam van Christus oneer aan als wij op zo'n manier omgaan met deze problematiek.
Wanneer jullie de grote namen zien vallen in oneer, weet dat dit dient te gebeuren om het licht naar elk land in jullie wereld te verspreiden.
Door eer en oneer, door kwaad gerucht
Geen groter oneer kan men de Zoon aandoen,
Dood, schande, en oneer voor de vijanden van de Islam
Door eer en oneer, door kwaad gerucht
Een misdrijf verbergen, oneer vermijden. Of gewoon moordlust.