Voorbeelden van het gebruik van Oppas in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De oppas kan bellen.
Ben jij op zoek naar een oppas in Hoofddorp?
Nee, ze is zijn oppas voor het bondsbedrijf.
Dit is Shasta, onze oppas.
Ik ben haar oppas niet.
Mam bespioneerde de oppas niet, ze bespioneerde de echtgenoot.
Speel je nu oppas voor Teller?
De oppas kan hier pas om 4 uur zijn.
Ben jij op zoek naar een oppas in Apeldoorn?
Dit zou nooit gebeurd zijn als je jouw oppas bij je had.
Ik heb geen oppas nodig.
Ja, voor Emily. Oppas job?
Hij was m'n favoriete oppas.
Moet een oppas van kinderen houden?
Alsof we oppas nodig hebben.
De oppas heeft de Duitse mazelen.
Ben jij op zoek naar een oppas in Tilburg?
Het is de zombie oppas.
U bent m'n oppas niet meer.
Jij bent m'n oppas niet.