Voorbeelden van het gebruik van Pochen in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil niet pochen, maar na Amy's laatste verjaardag heb ik het vier keer gedaan.
Stop met pochen. Janae!
Kunnen uw mensen pochen tegen hun vriendinnetjes.
Ik wil niet pochen, maar op dactylokamp was ik de vingerkoningin.
Maakt u geen zorgen als anderen graag pochen over hun prestaties.
Het is een heel gewone zaak voor jullie politici, zij pochen.
Wat heeft het voor zin, als ik ermee niet kan pochen?
BHS mag over een reeks andere voordelen pochen.
Achteraf gezien wilde ik pochen tegen Morgan.
Hij mag pochen vandaag.
Je voelt je superieur en wilt pochen?
Je hebt hem niet horen pochen!
Vaak zijn dit dezelfde degenen die pochen," Ik koos Jezus!".
Zij verdelen kerken in veel groeperingen, pochen over hun eigen groepering
Want een vertrouwelijke informant vertelde mij… dat ze aan het pochen waren over een vechter, die ze hadden neergeslagen.
Chieftains die pochen onder zijn volk zei tegen degenen die zwak worden beschouwd, die in hen geloven.
Het woord‘Poker' komt eigenlijk van het Duitse woord‘Pochen', wat betekent“te kloppen”.
Maar je bent hier niet om een oude man te horen pochen.
Gedurende het bestaan van het kamp, kon Majdanek pochen meer commandanten te hebben versleten dan welk ander kamp ook.
De meest algemene overtuiging is de naam Poker kwam van het Franse kaartspel Poque van het Duitse woord Pochen, wat betekent“Knock naar.