Voorbeelden van het gebruik van Pret in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik wil niet alle pret bederven.
Ik had pret.
Ik heb pret.
Ik had nooit zo veel pret in mijn leven.
Heb pret met uw families en vrienden.
Hebben pret in water in zomer,
Blij pret miauw miauw. Pardon?
Heb je pret met dat hondje? Oh! Oh!
Alleen pret en lach en spel.
Ook pret in bed, hoop ik.
Ze heeft pret en ze lacht.
We zullen pret hebben met uw lakei.
We hebben pret samen, he, papa?
Meneer pret in bed.
Want we hebben pret, toch?
Familiebezit, familie- bedrijf, pret voor de hele familie. Salinger's.
Blij pret miauw miauw. Pardon?
Blij pret miauw miauw. Pardon?
Enjoy pret met vrienden en familie samen.
De grootvader en het kind hebben pret in park.