Voorbeelden van het gebruik van Pub in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je mag niet meer roken in de pub.
Naar de Lake Pub.
De vrouw die David in de pub ontmoette. Dat is ze.
Als jij een rondje geeft in de pub.
Of hij zit in de pub.
Waarom? Vertel me over de pub.
Vroeger was het zo leuk in de pub.
Ik verkocht de pub.
Je moet een biertje drinken met Fraser en Alice, in de pub.
Wij zijn een pub en heli-pad.
Ik dacht dat je er genoeg van had om een pub te runnen.
Locatie, service en inrichting. Jangga Pub.
Ja. We zitten in een pub.
Dan blijf ik in de pub en jij gaat lopen.
Nee. Het is een vreselijke, kleine pub.
Dit is mijn pub.
Daarom ga ik liever naar de pub.
Nee. Ik werd opgepakt in een pub.
En spreek geen Latijn in mijn pub.
Op het eind van de weg, voorbij de pub.